Beleid
Heb je vragen over het praktijkgerichte programma? Op deze pagina hebben we de veelgestelde vragen over het beleid verzameld. Staat je vraag er niet bij? Vul dan het contactformulier in.
Zoeken in de index
Alle scholen met een gemengde leerweg (gl) en/of een theoretische leerweg (tl) mogen vanaf schooljaar 2024-2025 een of meerdere van de dertien praktijkgerichte vakken als examenvak aanbieden. De school bepaalt of zij het praktijkgericht vak zal aanbieden. Scholen kunnen straks dus kiezen: ze kunnen het huidige onderwijsprogramma blijven aanbieden, of het praktijkgerichte vak eraan toevoegen. Leerlingen kunnen een praktijkgericht vak kiezen dat door hun school wordt aangeboden.
Medio maart is het voor scholen mogelijk om subsidie aan te vragen wanneer zij een praktijkgericht vak willen aanbieden in schooljaar 2024-2025. Dat kan via de website van DUS-I. Zodra het inschrijfformulier bekend is, wordt dit gedeeld via de nieuwsbrief, deze website en LinkedIn.
De subsidie bestaat uit opstart- en tegemoetkomingskosten. De subsidie is bestemd voor voormalig tl-pilotscholen en voor gl- en tl-scholen die nog niet hebben meegedaan aan de pilot. Gl-pilotscholen kunnen geen subsidie aanvragen, vanwege de hogere bekostiging per leerling die zij ontvangen.
Scholen kunnen subsidie aanvragen voor een cohort van twee schooljaren. Scholen die niet hebben meegedaan aan de pilot, mogen het eerste jaar gebruiken om het praktijkgerichte vak te ontwikkelen. Voormalig pilotscholen moeten beide twee jaren gebruiken om het praktijkgerichte vak daadwerkelijk aan te bieden.
Vanaf 2024-2025 mogen scholen de huidige 13 praktijkgerichte vakken aanbieden. Het voornemen is om vanaf schooljaar 2028-2029 een eventuele aanpassing op het aanbod van praktijkgerichte vakken door te voeren. In de tussentijd wordt onderzocht wat de beste manier is om het aanbod vorm te geven.
In het havo wordt momenteel eveneens een pilot met een praktijkgericht vak gedraaid. In de pilot van de gl en tl wordt ernaar gestreefd om deze vakken zo goed mogelijk te laten aansluiten op het praktijkgerichte vak dat in het havo beproefd wordt.
Met het praktijkgerichte vak vragen we scholen om een samenwerking met het mbo (en havo) op te zetten of te intensiveren. Dit ten behoeve van het opbouwen en onderwijzen van het praktijkgerichte vak. Daaronder valt het opstarten van een samenwerking op het gebied van levensechte opdrachten, gebruik van mbo-faciliteiten, gezamenlijk LOB, stages, inzet van mbo-docenten/-studenten, enzovoort. Een doorlopende leerroute vraagt eveneens om een intensieve samenwerking met het mbo. Het praktijkgerichte vak kan onderdeel zijn van de doorlopende leerroute, maar wordt afgesloten op het vmbo.
De nieuwe leerweg is een stelselwijziging, namelijk de samenvoeging van de gemengde en de theoretische leerwegen. Het praktijkgerichte vak is een nieuw vak in het curriculum van de gl en de tl en vergt daarom een aanpassing in dat curriculum.
Het samenvoegen van de gl en tl is tot nader order uitgesteld. Of de samenvoeging er na 2024 gaat komen, is nog onduidelijk: eerst wil de minister een dergelijke stelselwijziging bezien tegen de achtergrond van een bredere discussie over de versterking van het vmbo en het beroepsonderwijs in het algemeen. De invoering van het praktijkgerichte vak staat hier los van. Vanaf schooljaar 2024-2025 kan iedere gl- of tl-school het praktijkgerichte vak aanbieden.
De invoering van de nieuwe leerweg vergt een aanpassing van de wet; het zou immers een forse stelselwijziging betekenen. De minister wil een dergelijke stelselwijziging, waarin twee leerwegen worden samengevoegd, bezien tegen de achtergrond van een bredere discussie over de versterking van het beroepsonderwijs. Het praktijkgerichte vak is daarom losgekoppeld van de nieuwe leerweg. Het praktijkgerichte vak is geen stelselwijziging, maar een nieuw vak. Daarom kunnen alle gl- en tl-scholen vanaf schooljaar 2024-2025 het praktijkgerichte vak aanbieden.
De minister is momenteel bezig met een toekomstverkenning over het vmbo. In de Kamerbrief “Meer waardering voor praktijk in het funderend onderwijs” heeft ze aangeven in gesprek te gaan over de vraag hoe we tot een onderwijsstelsel komen waarin leerroutes en curricula goed op elkaar zijn afgestemd en de doorstroom soepel verloopt. Dit gaat daarmee ook over het aantal leerroutes. Ook de vraag over de nieuwe leerweg valt onder dit gespreksonderwerp. De minister zal de Tweede Kamer informeren over de uitkomsten van deze gesprekken in een volgende Kamerbrief.
De nieuwe leerweg bestaat niet. Scholen kunnen het praktijkgerichte vak aanbieden vanaf schooljaar 2024-2025.